Yahoo Web Search

Search results

  1. Met het gratis online Van Dale Lidwoordenboek vind je van elk woord het juiste Nederlandse lidwoord én het geslacht van het woord (mannelijk, vrouwelijk of onzijdig). En of het nou ‘deof ‘het’ moet zijn, er staan ook nog verschillende voornaamwoorden (bijv. onbepaald en betrekkelijk voornaamwoord) bij.

  2. Het gebruik je bij onzijdige woorden in het enkelvoud: het paard, het mannetje. Er zijn helaas weinig regels te geven voor het gebruik van de of het. Moedertaalsprekers leren ‘vanzelf’ welk lidwoord het juiste is. Enkele vuistregels staan hier.

  3. Wie het Nederlands als moedertaal heeft geleerd, weet meestal vanzelf of een woord de of het krijgt. Maar voor mensen die op latere leeftijd Nederlands leren, is het voor het grootste deel een kwestie van opzoeken en uit het hoofd leren. Er zijn namelijk nauwelijks regels voor.

  4. In de eerste plaats is er het onbepaalde lidwoord een. In de tweede plaats zijn er de bepaalde lidwoorden de en het. In het laatste geval valt er wat te kiezen, wat soms knap lastig is. Dit in tegenstelling tot een taal als het Engels, met alleen het bepaalde lidwoord the.

  5. De of het? Is het “de” of “het” in volgende zinnen? … appel is lekker. Ik heb … begin van de film gemist. Lees eerst de uitleg . Onderaan de pagina vind je de oplossing. Hij heeft heel goed geholpen. Hier staan veel fietsen.

  6. In het Nederlands verwijs je normaal gesproken naar het-woorden met het persoonlijk voornaamwoord het. Naar de-woorden verwijs je met hij (ie, hem, ’m), zij (ze, haar, d’r), die of deze: Het uitzicht boven op de berg was nog mooier dan het onderaan leek. Ik heb die knalgele fiets gekocht omdat ik hem/die mooi vond.

  7. het gebruik je voor onzijdige woorden (onzijdige woorden zijn weer te herkennen aan het lidwoord het). een mag voor beide (onzijdige, mannelijke en vrouwelijk) gebruikt worden. Er zijn geen echte regels voor het gebruik van de en het. Wel zijn er een aantal dingen die je kunt onthouden.

  1. People also search for